De vrouw die van meet af aan op een foute man valt, en met foute man bedoel ik een man die bv. gewelddadig is of verslaafd aan drugs, gokken, … is veelal zelf afkomstig uit een gezin waarin een van de ouders verslaafd was.
Zij kent het alcohol gezin van binnen uit, kent de patronen en vaste rituelen die rondom een verslaafde ouder ontstaan. Ook zij heeft de oude patronen van huis uit overgenomen en kopieert ze naar hartenlust. Ze kent de “muziek” die hij speelt tot in den treuren, ze neuriet zo het deuntje mee en voordat ze het weten zingen ze uit volle borst de hun beiden o zo vertrouwde ‘smartlap’.
De vrouw met een aan alcohol verslaafde partner heeft veelal ook een of andere verslaving. Dat kan bijvoorbeeld een eetprobleem zijn, waarbij ze verslaafd kan zijn aan zowel eten als niet-eten. Ze kan ook verslaafd raken aan poetsen, of aan het controleren van zijn drankgebruik. Dwangmatigheid is vaak ook een karaktertrek van haar en de controle loslaten gaat gepaard met veel angst.
Het karakter van deze vrouw vertoont evenals dat van haar partner veel ‘orale trekken’: zij heeft ook de behoefte om passief verzorgd te worden omdat ze al heel vroeg veel tekort is gekomen. Deze behoefte weert ze echter af door haar partner te geven wat ze zelf zou graag willen ontvangen.
Ze gunt zich misschien ook wel wat, maar ze krijgt het niet van hem. Dus eet ze dwangmatig veel of omringt ze zich met veel katten of pluchen beesten. Ze houdt van warm, knus en gezellig en kan goed ‘nesten bouwen’.
Deze vrouw is meestal nog zeer aan haar familie, aan haar zussen maar vooral ook aan haar moeder gebonden, soms op een tegenstrijdige manier met behalve liefde ook veel haat, maar ook haatgevoelens binden en zorgen ervoor dat je niet werkelijk los kunt komen.
De verslaving van haar partner en het zorgen voor hem kan dus voor deze vrouw een afleidingsmanouvre zijn van haar eigen onverwerkte en pijnlijke geschiedenis. Zij is de ‘moeder’ en hij het ‘passieve kind’. Zij geeft hem wat ze zelf zo graag zou willen ontvangen, maar zelf ontvangen is verboden en wellicht te pijnlijk. Droog brood eten kun je lang volhouden, totdat iemand je op een dag een goede portie patat geeft. Dan pas weet je wat je dagelijks mist, dan pas merk je hoe droog dat brood iedere dag is en ga je verlangen naar die patat. Er zijn vrouwen die structureel ‘biefstukken’ vermijden om de pijn van het ‘droge brood’ niet te hoeven voelen onder het motto: je kunt maar beter niet weten wat je mist.
Volgende keer deel II: de reddersdriehoek!
Hopelijk heb je wat gehad aan de info!